Gastblog door: Marita van Driel, eerder gepubliceerd op www.lazarus.nl.
Zijn boek lag eigenlijk al maanden onaangeroerd op de hoek van mijn bureau. Ik had het doorgebladerd, een mooi hoofdstuk uitgezocht om op Lazarus te publiceren en daar was het bij gebleven. Misschien kwam het door de titel Zeg het tegen God, waarbij ik in gedachten steeds het opgetogen strakgetrokken gezicht van een Amerikaanse welvaartsprediker zag. Dat was waarschijnlijk een uitstekend excuus om niet te veel te hoeven nadenken over de echte reden waarom ik dit boek nog niet had gepakt: het feit dat ik het lastig vind om te bidden.
Ik bid dagelijks, meerdere keren zelfs, maar vaak is mijn gebed een zoektocht naar woorden. Formuleer ik het goed? Vraag ik niet iets wat onmogelijk is? Ga ik bidden om genezing als het toch bijna nooit gebeurt? Waarom zou God eigenlijk lastiggevallen willen worden met mijn eerstewereldproblemen?
Lang verhaal kort: het boek van Luigi Gioia vond uiteindelijk z’n weg naar mij, al was het met een beetje vertraging, en ik werd er aangenaam door verrast. Sterker nog, het boek heeft me vooral nieuwsgierig gemaakt naar het gebed en de diepte ervan.
Adem op een drukke dag
Wat het boek van Gioia zo ‘anders’ maakt is de ontspannenheid en warmte waarmee hij het gebed beschrijft. Ik bespeur nergens een krampachtig ‘moeten’ dat gepaard gaat met veel schuldgevoel. De manier waarop Gioia over gebed schrijft is aanstekelijk, vergelijkbaar met een diepe ademteug op een drukke dag die je weer even stilzet en de energie geeft om door te gaan.
Gebed is niet alleen het uitspreken van woorden of het afwerken van een lijstje, het is een geesteshouding, leert Gioia. Het gebed is er al, het gaat al rond in je hart, waar je ook bent, wat je ook doet, hoe je je ook voelt. Laat vooral je ideeën los over de juiste gevoelens, de juiste plek, veel tijd en de perfecte omstandigheden. Gebed kan overal, altijd en hoeft helemaal niet lang of heel correct te zijn. Juist niet, volgens de monnik. Begin gewoon met een gebed van een paar seconden.
Gioia pleit er hartstochtelijk voor: de ware tragiek van het christelijk leven is hoe weinig vertrouwen we in gebed en zelfs in God zelf stellen, hoe minder we geneigd zijn hem te vragen. En het is nog triester om te zien tot hoe weinig we God in staat achten,schrijft hij. Dat is voor mij een heel herkenbare: al in mijn onderwerp- en woordkeuze maak ik God vaak kleiner. Genezing van een dierbare zieke? Onmogelijk. Terwijl dat natuurlijk wel de diepste wens van mijn hart is.
Het is een paradox
Ik blijf daar toch mee worstelen. In mijn gedachten zie ik weer de vele gebedsavonden voor me, die in de kerk werden gehouden voor een gemeentelid met kanker. Er werd gebeden voor genezing die vervolgens niet kwam. Valse hoop, vond ik die gebeden. Nee, zegt Gioia tijdens een lezing die ik vrijdag februari bijwoonde in de Zwolse Plantagekerk. ‘Het is een paradox. Midden in ons lijden, in onze twijfel ontvangen we soms door dat gebed troost die de ervaring anders maakt. Ook als het lijden of de twijfel niet worden weggenomen.’
‘Door het gebed ben ik geen beter mens geworden, mijn leven is niet beter geworden, maar het is de ontdekking dat ik niet alleen ben die alles anders maakt. Dat geloof ik, dat vertrouw ik en dat geeft me vreugde en vrede.’
Die woorden van de monnik brengen andere herinneringen naar boven. Ik weet dat hij gelijk heeft, dat gebed -al is het maar een simpele kreet om hulp- je binnenste totaal kan veranderen in moeilijke omstandigheden. ‘Als we ons meer openstellen, groeit hoop, vertrouwen, vreugde en vrede. Het is een unieke smaak en mogelijkheid om ons leven te laten veranderen.’
Gebed als tune-knop
‘Leven met een contemplatieve kern’, noemt Gioia dat. Aandacht hebben voor God in ons dagelijkse leven, in ons hart en in de woorden van de Bijbel. Momenten van stilte inlassen om even te aandachtig te luisteren. ‘In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus dat de Geest voor ons bidt in ons hart. Gebed is de tune-knop op de radio waarmee je afstemt op de juiste golflengte, waardoor je dat gebed van de Geest vindt.’
Laten we wel wezen: ons alledaagse drukke leven helpt daar vaak niet bij. En dat is wat Gioia goed beseft. Vandaar dat hij zijn levensles deelt: leer hoe je van alles een gebed maakt. Ik moet meteen glimlachend denken aan het joodse gebed dat ik onlangs las in een boek van rabbi Danya Ruttenberg. Een gebed na om uit te spreken na het wc-bezoek, waarin wordt gedankt voor alle openingen en holle organen in ons lijf.
Leren om van alle dingen in je leven een gebed te maken. Danken voor poep. Hoe alomvattend, maar ook hoe simpel wil je het hebben.
Wat je ook doet, denkt, liefhebt, haat, lijdt, geniet, hoopt, vreest, verafschuwt, verlangt – niets is God onwaardig – alles is geschikt om tot gebed te maken.
Met zijn boek Zeg het tegen God daagt Luigi Gioia je uit om (weer) te gaan bidden. Luigi Gioia laat zien hoe je kunt bidden zoals Jezus het zijn discipelen leerde.
Hier vind je een leesfragment uit dit boek.
Zeg het tegen God, een aanmoediging om te bidden, Luigi Gioia, Kok, € 17,99
In het -net in het Nederlands vertaalde- Aangeraakt door God vervolgt Luigi Gioia zijn weg van het gebed. In het bidden en in het lezen van de Bijbel word je aangeraakt door God en raak je bewust van zijn tegenwoordigheid. Deze vorm van mindfulness geeft een vreugde en vrede die veel verder reikt dan de populaire, maar onpersoonlijke vormen van spiritualiteit in deze tijd.
Aangeraakt door God, leven in gebed, Luigi Gioia, Kok, € 19,99