Door Ingeborg Janssen, regio coördinator en begeleider van gemeenten in de Unie van Baptistengemeenten, docent gemeentepraktijken en coördinator Permanente Educatie aan het Baptisten Seminarium; wonend en levend in Stadsklooster Arnhem
Daar zit ik dan zomaar, op een vroege woensdagochtend in Nijmegen, op het Titus Brandsma Instituut samen met anderen te luisteren naar het Weihnachtsoratorium van Bach. Al jaren goede voornemens om naar een concert te gaan, het is er nog niet van gekomen. Dit jaar wel! En nu hier, op een aantal ochtenden ontdekken we deze muziek van Bach. Het is echt leren luisteren, leren luisteren naar de aria’s die wat buiten mijn comfortzone liggen, luisteren naar de koralen waar ik van geniet,
En dan ontdekken dat het Weihnachtsoratorium ook als Lectio Divina te beluisteren en te ervaren is. De Schriftteksten worden geproefd, uitgesproken, gezongen, intonatie en tempo gegeven. De Lectio, de lezing van de perikoop, het horen van de tekst wordt zo heel fysiek. Bach gebruikt zo zijn muziek om de tekst te voltrekken, hij laat zo horen wat de tekst bij hem oproept. Ik hoor de blijdschap van de engelen, de helderheid van het licht dat hen omstraalt en de verwarring van de herders. Al pratend ontdekken we ook dat een ieder iets anders hoort: de lagere tonen kunnen ook iets over de engelen zeggen die vanuit de hoogte naar beneden komen. Zo gaat de muziek leven en luisteren we verder.
In de recitatieven ontplooit zich de meditatie, het kauwen op de woorden, het zoeken naar betekenis, het zoeken van de tonen verschillende kanten op. In de aria’s is de oratio, het gebed te ontdekken. God wordt vaak direct aangesproken, de mens, de herders, Maria verwoorden hun dank, ze zuchten of roepen, springerig, staccato of juist heel uitgesproken. Dan als slot de koraal waarin de contemplatio te ontdekken is. De volle warme tonen, de rust die ontstaat. De ervaring van God, de ervaring met God, het zijn bij God zelf.
In het Oratorium is niet consequent deze volgorde te zien, maar er zijn veel momenten dat dit zo oplicht, dat dit te beluisteren is. Het raakt mij dat Lectio Divina, dat contemplatie zoveel vormen kan hebben: met een boekje in een hoekje, wandelend in het bos in de regen, schilderend tijdens een workshop of zo maar in de auto na een drukke vergadering luisterend naar het Weihnachtsoratorium.
Tot slot de uitnodiging om ook eens zo naar het Weihnachtsoratorium te luisteren, te luisteren naar de contemplatie volgend op ‘Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken’ uit Lucas 2:19
Ik wil U met liefde vervuld bewaren
Voor U wil ik hier leven,
Voor U wil ik sterven
Voor U wil ik eindelijk vol vreugd,
Opstaan, voor eeuwig.
Ginds in’ t andere leven.
(Nr 33. Koraal: Ich will dich mit Fleiss bewahren)