DOOR JOS DOUMA | In de loop van de jaren heb ik steeds meer een verlangen gekregen om minder woorden te gebruiken als ik bid. Ik was wat moe geworden van de vele woorden en gedachten die er moe(s)ten zijn als ik tijd doorbracht met God. Zeker, ik houd nog steeds van woorden (veel zelfs), ik vind bidden met woorden nog steeds een onmisbaar aspect van het leven met God. Maar ik ben wel steeds meer de waarde gaan inzien van bidden zonder woorden, of bidden met maar één woord.
In deze zesde blogpost van een serie die ik samen met Ingeborg te Loo schrijf over het boek ‘Contemplative Church. How Meditative Prayer & Monastic Practices Help Congregations Flourish’ zoomen we in op hoofdstuk 5 van dat boek waarin Peter Traben Haas ingaat op Centering Prayer als belangrijke vorm van contemplatief gebed.
Het centrum is overal
‘Centering Prayer’, dat is de Engelstalig naam voor het gebed dat we in de Nederlandse taal kunnen aanduiden met: centrerend gebed, gebed van eenvoud of gebed van stilte. Het woord centrum verwijst naar de Heer, naar Jezus Christus: Hij is het centrum van alles, Hij staat in het midden. De gedachte ‘Het centrum is overal en de omtrek is nergens’ laat zien hoezeer de persoon van Jezus Christus overal en altijd het Midden wil zijn.
Centrerend gebed is een manier van bidden in de stilte die zich op die realiteit concentreert. Of meer persoonlijk geformuleerd: als ik ‘centrerend’ bid, heb ik maar één verlangen, namelijk aanwezig te zijn in het centrum van Gods aanwezigheid.
De naam centrerend gebed kan gekoppeld worden aan een citaat uit een brief van Thomas Merton (‘The Hidden Ground of Love’, in: ‘The Letters of Thomas Merton’). Ik geef het hier in het Engels door, met daaronder een Nederlandse vertaling:
I have a very simple way of prayer. It is centered entirely on attention to the presence of God and His will and love. That is to say that it is centered on faith by which we alone can know the presence of God.
Ik heb een heel eenvoudig manier van bidden. Het is geheel en al gecentreerd op aandacht voor de tegenwoordigheid van God en Zijn wil en liefde. Met andere woorden, het is gecentreerd op het geloof waardoor alleen we de aanwezigheid van God kunnen kennen.
Centrerend gebed is met name onderwezen door Thomas Keating, een cisterciënzer, die samen met andere deze manier van bidden onder de naam Centering Prayer is gaan verspreiden om zo gehoor te geven aan het verlangen van velen om te leren bidden op een meer contemplatieve wijze. In het onderwijs over Centering Prayer komen vele aspecten uit de christelijke contemplatieve traditie bij elkaar van bijvoorbeeld de woestijnvaders, de hesychasten, cisterciënzer monniken als Bernardus van Clairvaux en Willem van Saint Thierry, de auteur van de Wolk van niet weten, Johannes van het Kruis en ook Thomas Merton. Belangrijke trefwoorden voor deze traditie zijn: stilte, woordeloze rust, eenvoud, relationaliteit, aanwezigheid en mystiek/mysterie.
Trek je terug in je huis
Dat kan allemaal wat ‘vaag’ klinken, maar in wezen is het centrerend gebed een manier van bidden die wil beantwoorden aan deze oproepe uit de Psalmen: ‘Wees til en weet dat Ik God ben’ (Psalm 46:10) en aan deze uitnodiging van Jezus in de Bergrede: ‘Trek je terug in je huis, sluit de deur, en bid tot je Vader die in het verborgene is, en jullie Vader die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen’ (Matteüs 6:6).
Thomas Keating (en in zijn spoor de beweging Contemplative Outreach) heeft het christelijke denken over de christelijke praktijk van het bidden verrijkt met deze eenvoudige handreiking in vier regels:
I – “Kies een heilig woord als symbool van je bedoeling om je open te stellen voor Gods aanwezigheid en werkzaamheid binnenin je.”
II – “Ga gemakkelijk zitten met gesloten ogen, kom even tot rust en introduceer dan in stilte het heilig woord als symbool van je openheid voor Gods aanwezigheid en werkzaamheid binnenin je.”
III – “Als je je bewust wordt van gedachten, ga dan heel zachtjes terug naar het heilig woord.”
IV – “Blijf aan het eind van de gebedsperiode enkele minuten stil zitten, met je ogen gesloten”.
Als we gaan oefenen met deze manier van bidden (zonder andere gebedsvormen te verwaarlozen), is de kans heel groot dat we innerlijke weerstand ervaren. ‘Ik ben veel te druk om hiermee bezig te zijn.’ ‘Ik ben te moe.’ ‘Waarom gaan mijn gedachten alle kanten op?’ ‘Dit werkt niet voor mij.’ Dit zijn allemaal kansen om onze weerstand over te geven aan God die aanwezig is en om de Geest de weerstand te laten vervangen door overgave en ontvankelijkheid. In de woorden van Traben Haas:
Little by little, the desire will grow in us to return to our inner room, closing the door and praying with Abba in the secret place of our heart.
De vrucht van centrerend gebed
Wat gebeurt als je zo leert bidden, bijvoorbeeld door er aan het begin van de dag en ergens halverwege de dag tijd – 20 minuten – aan te wijden? In eerste instantie niet zo veel. Dit is niet een manier van bidden die op korte termijn ‘succesvol’ is. Want het gaat hier niet om wat we zelf kunnen ‘bereiken’ door ons bidden, maar om wat God kan en wil doen als wij Hem zijn werk laten doen.
Op de langere termijn zullen we iets gaan ervaren van meer rust, meer stilte, meer mildheid. meer verlangen naar God. We worden meer en meer gebed: we zijn meer en meer aanwezig in Gods aanwezigheid. ‘Jullie zijn in Mij, en Ik ben in jullie’ (Johannes 14:20).